Samen praten, samen lachen …
In haar blog: Hoezo gelijke kansen, fulmineert toetsspecialist Karin Heij nogal tegen de kansenongelijkheid waaraan het Nederlandse onderwijs lijdt. Ze weet zich gesteund door het kortgeleden verschenen rapport van de OESO: ‘The Resilience of Students with an Immigrant Background’.
Kinderen mét een migratieachtergrond komen in Nederland nog steeds anders uit de nationale onderwijscarrousel dan kinderen zónder. Minder hoog en minder ver. En wij, de ‘BV Nederland’ doen het ook nog eens beduidend minder goed dan andere Europese landen. Peer2Peer en de scholen, waar scholieren buddy’s worden voor nieuwkomers, zijn enthousiast bezig daar wat aan te doen. En met succes, zo blijkt. Want het aantal Peer Buddy’s Nieuwkomer groeit snel.
Karin Heij bekijkt de conclusies uit het OESOP rapport allereerst vanuit haar professie en wijt de achterstand van kinderen van migrantenouders voor een deel aan de eenzijdigheid van de Eindtoets BaO. Juist de meest afgenomen eindtoets, die van het CITO, meet het minst van het talent van een basisschoolkind. Die toets brengt geen potentie en geen talenten in beeld, maar mikt vooral op het kennisniveau van rekenen en taal. En dan nog een smalle definitie daarvan. Andere vaardigheden worden eigenlijk maar weinig meegenomen. En de interpretatie van de resultaten worden ook nog eens gedaan op basis van relatieve percentielscores. Een prachtig lang Scrabblewoord met dubbel c, dat wel, en het zegt zoveel dat er geen absoluut maar alleen een relatief niveau wordt gehanteerd. Niet het niveau maar het aantal maakt de scheidslijn. Iets dat dus aardig kan schommelen. Zo wordt met één oog dicht de kansen-koek verdeeld, zegt Karin Heij. En de Onderwijsinspectie moppert in de meest recente Staat van het Onderwijs ook nog eens dat het niveau al twintig jaar daalt …
De taligheid van de toets zet kinderen met een ander starttaal bij voorbaat op achterstand. De norm en de taal van de toetsen is zo ongeveer de witte middenklasse en hoor je daar niet bij, dan mis je het ingeslepen begrip. Maar ja, constateren dat er iets mis gaat is een ding, er wat aan doen is wat anders. Nu is kansenongelijkheid niet iets wat met toverslag zal verdwijnen na interventie X of Y. Dat kost tijd. Veel tijd weten we in inmiddels, want deze kwestie is al decennia een kwestie. Misschien al wel eeuwen in dit land met zijn rijke immigratietraditie.
Eén van de succesvolle interventies is dat immigrantenjongeren meteen en veelvuldig deel uitmaken van de nieuwe wereld waarin ze terecht zijn gekomen. Peer2Peer creëert met behulp van de scholen intensieve momenten van ontmoeting tussen nieuwkomers en hun leeftijdgenoten. Peer coaching heet dat. En laten ze samen vooral veel talige dingen doen, zoals praten en lachen. Dat kweekt gemerkt en ongemerkt snel gevoel voor de Nederlandse taal.